Exploitanten Harrie en Annie delen al 50 jaar lief en leed op Beekse kermis

BEEK – Zoon Stefan doet inmiddels de zaken. Maar zijn ouders Harrie en Annie Hoefnagels draaien nog altijd volop mee op de kermis. In Beek en Loerbeek vierden ze dit jaar hun gouden jubileum. De kermisexploitanten staan al vijftig jaar met hun attracties op het gildeterrein en regelen al net zo lang de kermis in de dorpen.

Het organiserende St. Jansgilde zette de twee op de kermismaandag dan ook uitgebreid in het zonnetje. ’s Morgen werden de jarige Harrie (72) en Annie (71) verrast met een uitgebreid ontbijt. Na de kerkdienst kregen ze uit handen van voorzitter Chiel Berndsen een zilveren jubileumbordje en een bos bloemen, gevolgd door een vendelhulde. Beiden waren zichtbaar geëmotioneerd door dit eerbetoon.

Voor de familie Hoefnagels-Masselink betekenen Beek en Loerbeek dan ook meer dan alleen de jaarlijkse kermis. In al die jaren bouwden ze er een grote kennissenkring op. “We hebben hier veel contacten, ook buiten de kermis”, zegt Annie. “Zo zien we elkaar tijdens bruiloften en begrafenissen. We hebben lief en leed met elkaar gedeeld. Al die mooie en minder mooie herinneringen kwamen net weer boven, vandaar die tranen.”

Kermisfamilie
Harrie en Annie komen beiden uit een echte kermisfamilie. Ze leerden elkaar als kind al op de kermis kennen. Harrie: “We kwamen elkaar op elke kermis tegen. Toen we 3 of 4 jaar waren, speelden we al samen. Inmiddels zijn we vijftig jaar getrouwd en zijn we nog steeds verknocht aan de kermis.”

Hun grootouders reisden al met hun kermisattracties door binnen- en buitenland. “Ik denk dat de overgrootvader van Annie 150 jaar geleden al in Beek kwam”, vertelt Harrie. De roots van de familie Masselink liggen dan ook in de buurt, in Gaanderen. Annie: “Oma stond hier jarenlang met een draaimolen. Maar ook vader en moeder hebben zeker veertig jaar met hun attracties op de Beekse en Loerbeekse kermis gestaan. Zij hadden onder andere gokautomaten, net als wij.”

Vader Masselink overleed zelfs op de Beekse kermis. Hij was toen, net als Harrie nu, 72. “Maar het werk ging gewoon door”, weet Annie nog. “Ik zat die dag achter de kassa en deed of er niks aan de hand was. Je moet de mensen blijven vermaken, want zij hebben kermis. Dan kun je niet gaan zitten huilen.”

Attracties
Harrie begon op zijn 22ste met botsauto’s. Toen dat te zwaar werd, ruilde hij de autoscooters in voor gokautomaten. Nu staat zoon Stefan weer met de autoscooters in Beek. “Wij doen de grijp- en schuifautomaten, suikerspinnen en het snoep”, zegt Harrie. “Alleen nog een beetje voor ons plezier. De zaken hebben we inmiddels overgedragen aan Stefan.”

Ook de andere twee zoons van Harrie en Annie zijn kermisexploitanten. De oudste zit in Luxemburg, waar hij een hoge zweefmolen heeft. De jongste heeft in het Duitse Bad Kreuzen een vermaakzaak die over de kop gaat. “Alles moet tegenwoordig megagroot”, vertelt Annie. “Voor de kleine dorpskermissen, zoals hier in Beek en Loerbeek, wordt het steeds moelijker. Dit jaar hebben we nog tien of elf attracties kunnen regelen, maar er zijn er ook twee weggebleven.”

Er komen bovendien lang niet zoveel mensen naar de kermis als vroeger. Destijds werden de dorpsfeesten nog massaal bezocht en stonden de auto’s en fietsen rijen dik op de Sint Jansgildestraat. Harrie: “In de guldentijd kwamen er ook veel Duitsers. We ontvingen toen net zoveel marken als guldens. Tegenwoordig hebben de mensen teveel en laten ze de kermissen vaak links liggen. Dat is jammer. In Beek komt de oude garde gelukkig altijd nog wel. Maar langzaam maar zeker sterft die ook uit, net als de kermis.”