‘Wij bouwden een wagen van panlatten en plastic’

LOIL/DIDAM – Maandag werd het laswerk afgerond en woensdagavond plakten de Dröllekes de laatste stickers. Donderdagmiddag kon dan ook alles in de grondverf worden gezet, zodat de broers Stephan en Patrick Bosch vrijdagavond konden beginnen met het verven. “Eerst hebben we alle basiskleuren opgezet”, zegt Patrick Bosch. “Daarna brengen we de details aan. Woensdagavond moet de wagen helemaal op kleur zijn.”

DSC_0282 (640x426)
V.l.n.r. Nick te Dorsthorst, Luc Peters, Ellen Weijenbarg, Harry Loeters, Robin Looman, Stephan Bosch en Patrick Bosch.

In de schuur van Harry Loeters aan de Ravenstraat in Didam leggen De Dröllekes de laatste hand aan hun carnavalswagen. In augustus begon de carnavalsgroep al met de bouw. “Maar de laatste week zijn we nog goed druk”, weet Robin Looman. “Donderdagmiddag komt de kraan, gaan de koppen erop en wordt de wagen helemaal opgebouwd. Pas dan kunnen we zien of alles past en staat zoals we het voor ogen hebben. Dat blijft spannend.”

Met de eindstreep in zicht, ging het afgelopen week nog bijna mis met één van de onderdelen van de wagen. Van de draaikrans moest een stukje worden afgeslepen, waarbij net de kogellader werd geraakt. “Er vielen een stuk of zeven kogels uit de lager, waarvan we er nog twee hebben teruggevonden. Waren ze er allemaal uitgevallen dan hadden we aan de achterkant van de wagen geen draaiend element gehad.”

Bouwlocatie
Verder verloopt tot nu toe echter alles naar wens voor de Dröllekes. Omdat de groep in 2014 elf jaar bestaat, stelt ze dit jaar alles in het werk om serieus mee te dingen naar de prijzen in de Loilse optocht. Daarbij krijgt de groep alle medewerking van Harry Loeters, die al negen jaar zijn schuur aan de groep beschikbaar stelt.

“Er wordt hier al 33 jaar gebouwd”, zegt Loeters. “Dat is begonnen met de Orka’s uit Nieuw-Dijk. Toen stond deze schuur er nog niet en hebben ze zelf een schuurtje van vier bij tien meter gebouwd. Vervolgens hebben de Bössels, eveneens uit Nieuw-Dijk, hier een paar jaar gebouwd. Dat was de groep van mijn eigen zoon. En daarna kwamen deze ‘snotneuzen’. Dat gaat tot nu toe hartstikke goed. Er is wel eens wat, maar dan horen ze het ook. We hebben duidelijke afspraken gemaakt en daar houden ze zich keurig aan. Doen ze dat niet, dan haak ik de wagen achter de tractor en zet ik hem aan de andere kant van het viaduct neer.”

Carnavallist
Loeters is zelf altijd een fanatiek carnavalsvierder geweest en weet dus wat hij in huis heeft gehaald. “Toen ik 15 was, bouwde ik al mijn eerste carnavalswagen. Dat gebeurde toen nog met panlatten en plastic. Maar ik ben ook één van de oprichters van de Piepeblaozers. Met het bouwen ben ik na een jaar of negen gestopt, maar bij de Piepeblaozers zit ik nog steeds. Ik vier dan ook maar één dag in het jaar carnaval en hier natuurlijk bij de groep.”

Dit jaar loopt Loeters zelfs mee in de optocht. Hij geeft de chauffeur namelijk aanwijzingen bij het rijden van de bochten. “Ik heb zelf vaak de carnavalswagen gereden en weet dus hoe het moet. Ik sta ook standby. Als de chauffeur twijfelt, neem ik het van hem over.”

Toch is de wagen die de Dröllekes dit jaar bouwen ook voor Loeters een uitdaging. “We hebben van de Orka’s grote wagens bij huis gehad, maar dit slaat echt alles. In bijna elke schuur staat wel een onderdeel van de wagen. Gelukkig heb ik er dit jaar de ruimte voor, maar het is haast te gek. Ze bestaan echter maar één keer elf jaar. Als straks het resultaat goed is en ze met een mooie prijs gaan strijken, is dat toch prachtig!”

Lees ook ‘Jubilerende Dröllekes pakken groots uit’.