Historie van Didam zit vooral onder de grond

DIDAM – Waar ’s-Heerenberg bekend staat om zijn kasteel en zijn monumentale gebouwen, zit de historie van Didam vooral in de grond. Bij archeologische opgravingen voor de bouw van Kollenburg, Kerkwijk en de Randweg kwam een deel van die historie boven. In de hal van het gemeentehuis is deze maanden een fractie van de opgravingen te zien.

Henk Tomas bij de vitrine met het gordelbeslag, dat werd gevonden bij het kasteelterrein.

De expositie met de titel ‘Sporen van mensen: boeren, ridders en soldaten’ is nog tot en met 30 september geopend. Didammer Henk Tomas was één van de amateur-archeologen die bij de opgravingen was betrokken. Die begonnen ruim twintig jaar geleden aan de zuidrand van Didam op de Kollenburg voor de aanleg van het industrieterrein.

“Hier hebben we veel materialen uit de IJzertijd gevonden”, zegt Tomas. “Maar bijvoorbeeld ook het bronzen everzwijntje, één van de twee topvondsten uit het gebied.” Het everzwijntje is ouder dan de nederzetting waarin het lag. Op de Kollenburg was vanaf het eind van de derde eeuw een klein Germaans dorp. Het bronzen beeldje lijkt echter Keltisch en is mogelijk afkomstig uit Galië.

Het is niet te zien in het gemeentehuis, maar ligt in Leiden. “Hier zijn de meest bijzondere archeologische vondsten van alle gemeenten in Nederland verzameld”, vertelt Anneke Zonneveld, die het archeologische onderzoek vanuit de gemeente Montferland begeleidde. “De expositie in Didam is vooral gericht op de vondsten in Kerkwijk en de Randweg.”

Gordelbeslag
Daarvan is het gordelbeslag bij het kasteelterrein het meest bijzonder. Want ook Didam had ooit een kasteel. Dit brandde echter begin 1500 af en werd begin 1600 helemaal afgebroken. Tomas: “Net na de oorlog, als ’s winters het kwelwater bovenkwam, kon er nog worden geschaatst op de voormalige kasteelgracht. Oudere Didammers weten dat misschien nog wel.”

Restanten van het kasteel werden in 2012 opgegraven. “Het gordelbeslag dat we hier hebben gevonden is echt uniek”, vindt Zonneveld. De beslagstukken zijn versierd met inlegwerk van goud en zilver en er staan afbeeldingen van vogelkoppen en slangen op. “Het is een heel rijk gordelbeslag”, weet Tomas. “De graven moeten dan ook een bijzondere betekenis hebben gehad.”

Naast het kasteel zijn er echter ook veel sporen van boerderijen uit de metaaltijden gevonden. Zo kwamen er resten van nederzettingen uit de IJzertijd en Romeinse tijd boven en een grafveld uit de Bronstijd. Tomas: “Uit iedere periode hebben we een nederzetting gevonden. Op basis daarvan kun je de conclusie trekken dat er in dit gebied continue bewoning is geweest.”

Niet voor niets wordt Didam landelijk vaak aangehaald vanwege de bijzondere vondsten die er zijn gedaan. “Montferland is in de één na laatste IJstijd opgestuwd, maar de laatste niet”, legt Tomas uit. “Daarbij is de top van Montferland weggeblazen en als zandeiland in het rivier- en kleigebied terechtgekomen. Didam en Wehl liggen op die overgang van zand en klei. Een ideaal gebied om te wonen. Alle havezaten werden vroeger op de overgang van zand naar klei gebouwd.”

De expositie ‘Sporen van mensen: boeren, ridders en soldaten’ is te bekijken tijdens de openingsuren van het gemeentehuis.