Oorlogsfoto’s en -verhalen maken grote indruk op basisschooljeugd

DIDAM – De foto’s van de Jodenvervolging en de dode soldaten op de Grebbeberg maakten de meeste indruk. Net als het verhaal dat één van de eerste oorlogsdoden, Thomas van Kekem, in Didam viel. “Dat wist ik niet”, zegt Indi Tiecken (10). “Maar ik had ook niet gedacht dat de oorlogsjaren hier zo heftig waren. Er zijn best veel gewone mensen dood gegaan.”

Guo Mir van Pelt, Filou Schimmelpenninck, Pien Sanders en Indi Tiecken vullen de vragen bij de expositie van de OVD over de Tweede Wereldoorlog in.
Guo Mir van Pelt, Filou Schimmelpenninck, Pien Sanders en Indi Tiecken vullen de vragen bij de expositie van de OVD over de Tweede Wereldoorlog in.

Indi bezocht dinsdagmorgen samen met haar klasgenoten uit groep 7 van basisschool ‘de Toorts’ de expositie over de Tweede Wereldoorlog in de centrale hal van Meulenvelden. Zij waren uitgenodigd door de Oudheidkundige Vereniging Didam, die de expositie heeft ingericht in het kader van de viering van zeventig jaar bevrijding.

Om ook de jeugd bewust te maken van wat er in de oorlog is gebeurd, is er aan de expositie een scholenproject gekoppeld. Hier doen de groepen 7 en 8 van alle basisscholen in Didam, Loil en Nieuw-Dijk aan mee. “De groepen hebben vooraf een aantal verhalen over de oorlogsjaren in de voormalige gemeente Didam van ons gekregen, zodat ze zich konden voorbereiden”, vertelt Cor Feenstra, voortrekker van het project. “Ook kregen ze een zoekkaart met vragen, die ze tijdens de expositie kunnen invullen.”

Zoekkaart
Zo wordt er gevraagd naar de namen van de vier Didamse gevallenen bij de Slag om de Grebbeberg. Pien Sanders (11), Guo Mir van Pelt (10), Filou Schimmelpenninck (11) en Indi hebben het antwoord snel gevonden. “Het is heel erg wat er toen is gebeurd”, vindt Filou. “Hopelijk maken wij dat nooit meer mee. Ik wist ook niet dat er zoveel Didamse slachtoffers zijn gevallen.”

Indi kende wel de verhalen van haar oma in Loil, die tijdens de oorlogsjaren Duitsers in huis had. De overgrootvader van Guo Mir overleed zelfs in Auschwitz. “Hij is niet vergast, maar hij was heel erg ziek”, weet ze. “Net als die mensen op de foto die daar hangt.”

Op school hoorden de leerlingen bovendien het verhaal van Patricia Vennegoor, de dochter van Jan Vennegoor van de boterfabriek. Zij werd in 1941 geboren en schreef haar herinneringen aan de laatste jaren van de oorlog op in het boekje ‘Ze zeggen dat het oorlog is’. “Dat maakte best veel indruk”, zegt Pien. “Ik hoorde voor het eerst hoe het toen echt is gegaan van iemand die de oorlog zelf heeft meegemaakt.”

V.l.n.r. Pieter Jan van den Berg, voorzitter van het Oranje Comité, burgemeester Ina Leppink en Voorzitter Theo te Wil van de OVD bekijken de expositie in Meulenvelden. Foto José Rasing
V.l.n.r. Pieter Jan van den Berg, voorzitter van het Oranje Comité, burgemeester Ina Leppink en Voorzitter Theo te Wil van de OVD bekijken de expositie in Meulenvelden. Foto José Rasing

Opening
De expositie en het scholenproject werden maandag 20 april door burgemeester Ina Leppink geopend. Dit gebeurde in het bijzijn van onder andere de oorlogsveteranen Jan Gerritsen en Georges Klaassen en groep 7b van basisschool De Ontdekking. De jeugd had ook een belangrijke rol bij de opening. De leerlingen Daniek, Jens en Niek droegen de Canadese, Engelse en Nederlandse vlag binnen. Kim mocht het eerste exemplaar van het jaarboek van de OVD, een special over de Tweede Wereldoorlog, aan de burgemeester overhandigen.

Leppink: “Op meerdere plekken worden er boeken over de oorlog en bevrijding uitgegeven. Het is goed dat we deze verhalen in ons opnemen en bewaren. Zodat ook onze jonge mensen weten wat er toen is gebeurd en dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.”