‘Lengel strekte zich uit van ‘rooie darp’ bij Zeddam tot aan grens’

ZEDDAM – In het Bosmanhuus wordt zondag 13 november het boek ‘Van Zwarte Brug tot Rooie Darp, Lengel in de vorige eeuw’ gepresenteerd. Het eerste exemplaar wordt overhandigd aan Hannie Ageling, weduwe van Gerrit Ageling, die in 2000 de eerste aanzet voor het boek gaf.

Café Verheij in 1951 met rechts kastelein Jan Verheij. Verheij was een echte dorpskastelein en zat daarnaast in vrijwel alle besturen van Lengel.
Café Verheij in 1951 met rechts kastelein Jan Verheij. Verheij was een echte dorpskastelein en zat daarnaast in vrijwel alle besturen van Lengel.

Met zijn overlijden in 2013 leek het boek niet meer klaar te komen, tot Ton Bekker en Henk Harmsen zich er begin dit jaar over ontfermden. Zij maakten het door Gerrit Ageling verzamelde materiaal de afgelopen maanden compleet en verwerkten het tot een document van zo’n tweehonderd pagina’s over de historie van Lengel. Zijn nalatenschap waren twee dozen vol met foto’s, genealogische gegevens, stukken en aantekeningen.

Waar Ageling echter een genealogisch familieboek voor ogen had, trokken Bekker en Harmsen het verhaal breder. “Wij hebben een verhaal over de hele historie van Lengel geschreven en daar de mensen en foto’s bij gezocht, die er bij betrokken waren”, zegt Harmsen. “De adressenlijst van 1959, toen de straten in Lengel allemaal een naam kregen, is het uitgangspunt. De genealogie is slechts ondersteunend.”

Het is een rondgang geworden door het dorp van eind jaren vijftig, begin jaren zestig van de vorige eeuw. Lengel had destijds nog een rijk verenigings- en caféleven. Het dorp strekte zich uit van het ‘rooie darp’ bij Zeddam tot aan de ‘zwarte brug’ op de grens met Emmerich. Hier is de titel van het boek ook van afgeleid.

Rooie darp
“Het rooie darp bestond uit veertien hele kleine huisjes, negen aan de kant van Zeddam en vijf aan de kant van Lengel”, vertelt Harmsen. “Wat opvalt is dat de families die er woonden asociaal werden genoemd, terwijl ze juist heel sociaal waren. Ze hadden bijna niks, maar wat ze hadden, deelden ze met anderen. De laatste huisjes werden in 1983 afgebroken.”

Het dorp telde in die jaren zeven cafés, waarvan die van Jan Verheij, Toon Wissink en Meijer van de Botterzak de bekendste waren. Ook was er een lijkwagenvereniging, tussen 1932 en 1965 gerund door de familie Lenting.

Bekker: “Tijdens de laatste rit in 1965 werd Toon Lenting zelf begraven en zat zijn buurman op de bok. Naast foto’s van de koets en de families hebben we ook de tarievenboekjes in ons bezit. Het goedkoopste was een begrafenis met één paard. Wilde je twee paarden, lampen en een pluim op de koets, dan was je het duurst uit.”

Tot 1937 kende Lengel bovendien een school. Hierin werd later de kinderwagenfabriek Aneb (Angenent en Ebbing) ondergebracht. “Over de school en de fabriek hebben we heel veel materiaal gevonden”, zegt Bekker. “Alleen ontbreekt er een foto van het gebouw toen het nog een school was. Die willen we nog graag aan het boek toevoegen.”

Bijeenkomst
Deze foto’s, maar ook ander aanvullend materiaal, kunnen op zondag 25 september worden ingeleverd in het Bosmanhuus in Lengel. Hier vindt van 11 tot 13 uur een derde bijeenkomst plaats in het kader van het boek. Bezoekers kunnen hier tevens intekenen voor het boek, dat in een beperkte oplage wordt uitgegeven.