De letterlijke betekenis van het woord ‘zakkenvuller’ is profiteur. Een woord dat in de meeste gevallen een negatieve klank heeft, omdat het wordt geassocieerd met iemand die over de rug van anderen zijn voordeel haalt. In veel gevallen schuwen deze personen niet om ethische en morele grenzen te overschrijden.

Zakkenvullers kom je vooral tegen bij woningbouwcorporaties, zorginstellingen, banken, accountants en verzekeraars. Veelal zitten deze in de top van een bedrijf of instelling en hebben posities als directeur of bestuurder. Zij zijn vaak te herkennen aan hun hautaine houding, zijn bovenmatig ijdel en hebben geen enkele affiniteit met de werkvloer.

De laatste jaren zijn er al diverse zakkenvullers betrapt. Deze worden na een kostbaar onderzoek weliswaar berispt, maar komen er uiteindelijk altijd mee weg. Sterker nog in de meeste gevallen zijn zij zich van geen kwaad bewust en vinden het de normaalste zaak van de wereld dat zij alles en iedereen hebben mogen belazeren.

Zo ook bij zorggroep Diafaan. Deze bestuurders en directie hebben het in 2012 gepresteerd om ondanks een gigantisch tekort, zichzelf een exorbitante loonsverhoging toe te kennen. Dat de financiële problemen daardoor nog groter werden, daar maalden deze mensen niet om. Dat er drastische maatregelen genomen moesten worden, wat ten kosten ging van personeel en cliënten, daar lagen zij ook niet wakker van.

Inmiddels is gebleken dat bestuurder Will ten Westeneind heeft gefraudeerd en derhalve is ontslagen. Voor deze fraudeur en zijn medebestuurders is het dan ook de normaalste zaak van de wereld dat hij ook nog wordt beloond met een ontslagvergoeding van een slordige vijf en veertig duizend euro, waarvan men vindt dat het zelfs nog aan de magere kant is.

Wanneer een eenvoudige medewerker tegenover zijn baas een onrechtmatige daad pleegt, wordt hij op staande voet ontslagen, vervalt zijn recht op een WW-uitkering en mag hij blij zijn dat hij niet wordt vervolgd. Maar ja, een eenvoudige medewerker is dan ook geen zakkenvuller.

‘De kleine dieven hangt men op, de grote vallen door de strop.’