Joep’s beslommeringen: Koningslied

Eindelijk is het moment dan gekomen, Beatrix doet afstand van haar zo geliefde troon. Zijne Koninklijke Hoogheid Willem Alexander, zeg maar Willem, neemt de scepter over. Voor hem een langverwacht en glorieus moment, voor andere de gelegenheid om een feestje te organiseren en daar waar mogelijk flink van te profiteren.

Er komt een nationaal comité inhuldiging die dit feestje moet gaan coördineren. Uit de muziekwereld komt de spontane geste om het feest op te luisteren met een koningslied, die op het moment suprême door het hele volk spontaan moet worden meegezongen. Muzikale grootheden als John Ewbank en Ed van Tijn hebben het lumineuze idee om de tekst door alle Nederlanders te laten schrijven.

Nog voor dat de eerste toon door de ether klinkt, is er al weer het bekende typische Nederlandse gezeur. Iedereen heeft er wel iets over te zeggen en dat is niet altijd positief. Zelfs verstokte fans van het koningshuis spreken een negatief woordje mee. Nadat de storm is geluwd en John Ewbank niet meer volksvijand nummer één is, wordt het lied uiteindelijk toch ten gehore gebracht.

Inmiddels is er weer een nieuwe storm losgebarsten nu blijkt dat het koningslied een slordige vijfhonderd en vijftig duizend euro heeft gekost in plaats van de honderd vijftig duizend die vooraf was voorzien. Niemand weet meer wat er met het verschil van vierhonderd duizend euro is gebeurd. De muzikanten zeggen dat zij gratis hebben meegedaan. De bedenkers laten weten dat de kosten ten hoogste honderdduizend euro kunnen zijn geweest en van het comité, dat inmiddels is opgeheven, geeft niemand meer thuis.

Oké, het was een geweldig feest. Het heeft de gemoederen weer even bezig gehouden. De mensen hebben hun pleziertje gehad en dan mag het ook wat kosten. Dat er dan iemand is die zijn zakken flink heeft lopen vullen, geeft maar weer eens aan hoe gemakkelijk de overheid omgaat met geld van de belastingbetaler.

‘Hoe meer de staat gespeend is van humor des te hoger de amusementsbelasting’.