Joep’s beslommeringen: Hoop

Met enige regelmaat laat ik mij kritisch uit over de wereld waarin wij leven. Over het geweld wat mensen elkaar aandoen. Over de laksheid en het geklungel van de overheid. De draconische verspilling van belastinggeld, of over de instelling van bepaalde mensen en groepen van mensen. Hierbij leg ik dan vaak mijn poot op de zere plek, of anders gezegd, raak ik met mijn poot een gevoelige snaar. Het lijkt dan of het allemaal kommer en kwel is, of dat de wereld voortdurend in brand staat en soms is dat dan ook zo. Maar als dan alles rond ons in elkaar dreigt te storten, is er altijd nog hoop.

Wanneer ik over hoop spreek, dan heb ik het niet over de bolussen die ik regelmatig in het uitlaatweitje deponeer, maar dan heb ik het over hoop in de harten van de mensen die getroffen worden door ziekte, geraakt worden door enig geweld, of welk ander onheil dan ook. De hoop die zij koesteren dat het misschien toch nog weer goed gaat komen.

Soms gebeuren er dingen in iemands leven die niet hadden mogen gebeuren, maar die je overkomen. Misschien door domme pech, het noodlot, of zelfs door lichtzinnigheid of onbezonnenheid. Dingen die jezelf kunnen raken, of mensen in jouw directe omgeving, mensen die je dierbaar zijn. Dingen die ervoor kunnen zorgen dat de hele wereld om je heen in elkaar stort, dat alles verloren lijkt. Het laatste wat nog rest is dat sprankje hoop diep in je hart, dat ondanks alles, het misschien toch nog goed komt, want zolang er hoop is, is er leven.

‘Hoop is de grootste en moeilijkste overwinning die een mens op zijn geest kan behalen.’