Joep’s beslommeringen: Bangmakerij

Angst, of ergens bang voor zijn, is een ongrijpbaar iets. Het kruipt in je hoofd en gaat er voorlopig niet meer weg. Vaak hoor je mensen zeggen, als dit of dat, als zus of zo. Het spreekwoord luidt niet voor niets ‘de mens lijdt het meest aan dat wat hij vreest’. Er zijn mensen die handig gebruik maken van dit psychische lijden van de mens en doomscenario’s voorspellen om zo hun zin te krijgen. Premier Rutte is er een meester in.

Toen het huidige kabinet haar vorm kreeg, toverde hij uit zijn hoge hoed, een voor hem fenomenaal idee, om de dividendbelasting voor buitenlandse aandeelhouders af te schaffen. Hij kreeg het voor elkaar om tegenstanders in zijn kabinet anders te laten denken door ze bang te maken dat grote internationale bedrijven Nederland zouden verlaten als dit kabinet geen gehoor zou geven aan deze wens. Met de billen bij elkaar en het angstzweet over de rug stemde allen, zeer tegen hun zin, voor dit voorstel met als argument dat anders misschien ook het kabinet zou kunnen vallen. Partijbelang en bangmakerij dus!

Iedereen in Nederland mag zich afvragen wat de werkelijke beweegreden van Rutte is, want zowel binnen de politiek als ook in het bedrijfsleven zijn er weinig voorstanders te vinden van een idee dat minstens twee miljard euro gaat kosten. Behalve het noemen van een kansje dat het kan gebeuren dat er misschien één of twee grote bedrijven het land gaan verlaten, is er geen redelijk argument om dit plan door te voeren. Het kan niet anders zijn of hier liggen persoonlijke belangen aan ten grondslag en wacht straks Rutte ongetwijfeld een fantastische baan bij één van deze bedrijven. Angst is een slechte raadgever.

‘Bang zijn we allemaal, maar waarvoor?’