Jeugdteam DVC’26-Sprinkhanen schrijft voetbalhistorie

NIEUW-DIJK/DIDAM –Sprinkhanen en DVC’26 beleefden afgelopen zaterdag een historisch moment. Voor het eerst in de geschiedenis van beide voetbalverenigingen werd er een combinatieteam met jeugdspelers uit Nieuw-Dijk en Didam kampioen. Door de uitwedstrijd tegen FC Zutphen met liefst 7-1 te winnen, mocht de JO11-2 de schaal in ontvangst nemen.

Het kampioensteam DVC’26-Sprinkhanen JO11-2. Foto Mirjam Raben

In het kader van de samenwerking tussen beide verenigingen werd dit seizoen voor het eerst een jeugdteam samengesteld met jongens van DVC’26 en Sprinkhanen. In DVC’26-Sprinkhanen JO11-2 voetballen de DVC’ers Jimmy Luiten, Erik Marchena, Tim van de Schepop, Nick Roerink, Siem van Waardenburg en Jayen Thakoerdin en de Hanen Tim Raben, Joris Egging en Luca Raben. Zij worden getraind door Roy Egging, Edward Raben en Marvin Raben.

“De jongens konden het direct vanaf het begin goed met elkaar vinden en werd er ook goed getraind”, zegt trainer Edward Raben. “Toen de wedstrijden eenmaal begonnen waren, werd ook al snel duidelijk dat ze voor de bovenste plekken konden gaan meestrijden. De eerste wedstrijden werden namelijk met overmacht gewonnen en er werd ook erg goed gevoetbald.”

Toen ook de wedstrijden tegen de naaste concurrenten SDOUC en DZC’67 winnend werden afgesloten, kon het vizier op het kampioenschap worden gericht. “Helaas werden in december maar liefst drie wedstrijden afgelast, terwijl de concurrent wel kon spelen. Het gevolg was dat SDOUC ons op de ranglijst voorbij ging. Gelukkig kon er op 13 januari wel worden gevoetbald en werd het kampioenschap alsnog veiliggesteld.”

De jongens werden zowel door het bestuur van DVC’26 als van Sprinkhanen in het zonnetje gezet en kregen allemaal een mooie medaille opgespeld. Na een hapje en een drankje in de kantine van Sprinkhanen ging het vervolgens met de platte kar naar sportpark de Nevelhorst in Didam. Ook daar werden de jongens in de watten gelegd. “Alles bij elkaar was het een hele leuke dag, waar de jongens met heel veel plezier op terug kunnen kijken.”

Met dank aan de bijdragen van Edward Raben en Roy Egging.