Gouden jubileum tussen overalls en stofjassen

DIDAM – Vijftig jaar geleden was het de oude Bart van Onna die huis aan huis ging om personeel te werven voor de Liemco. ‘De Liemers Confectie’ zocht mannen voor in het atelier, waar tot dan toe alleen vrouwen werkten. De pas 14-jarige Frank Hunting had wel oren naar het baantje en hapte toe. Vijftig jaar later werkt de Didammer nog altijd bij het confectiebedrijf.

Frank Hunting begon bij ‘de Liemers Confectie’ in Didam. Later verhuisde hij met het confectiebedrijf naar Doetinchem, waar het opging in Uniform Brands Europe.
Frank Hunting begon bij ‘de Liemers Confectie’ in Didam. Later verhuisde hij met het confectiebedrijf naar Doetinchem, waar het opging in Uniform Brands Europe.

“Thuis zeiden ze ‘als je niet wilt leren, moet je maar gaan werken’”, weet Hunting nog. “Dus dat deed ik. Ik kwam er destijds met vijf, zes jongens tussen allemaal dames terecht. Ik werd er verlegen van. Wat me verder is bijgebleven, is dat die dames echt keihard werkten. Ze stonden in akkoord. Hoe harder ze werkten, des te meer ze verdienden. Er werd niet eens geschaft.”

Hunting begon in het atelier, waar hij zakken moest persen, die later op de overalls werden genaaid. Na een jaar of zes verhuisde hij naar de snijzaal. “Daar sneden we toen al zo’n tweeduizend overalls op een dag. Dat ging vrij eenvoudig. Op de stof legde je een patroon met gaatjes, waar je poeder overheen strooide. Zo kwam de tekening op de stof en kon je de overall uitsnijden. In twee slagen sneden we 280 overalls tegelijk.”

Werkkleding
Bij de Liemco werden in die tijd naast overalls vooral stofjassen en broeken geproduceerd en ingekocht. “Tegenwoordig maken we werkkleding voor alle branches”, zegt Hunting. “Voor de zorg, beveiliging, bouw en horeca. Je kunt het je zo gek niet bedenken of we leveren het.” Dat gebeurt echter niet meer in Didam. Het confectiebedrijf is inmiddels naar Doetinchem verhuisd.

“Ik heb 27 jaar in Didam gewerkt. Wat ik nu in Doetinchem doe verschilt echter niet zoveel met het werk dat ik toen bij de Liemco deed. Ik snijd nog steeds, maar ik ben ook al jaren magazijnchef. Tegenwoordig snijd ik alleen nog monsters en kleine orders. Bijvoorbeeld overalls in de maten 72 of grote damesmaten.”

Het overige snijwerk is naar de lagelonenlanden gegaan. “We hebben ook een fabriek in Tunesië, waar vrijwel de gehele productie plaatsvindt. Dat is overigens wel eerlijke handel. De mensen worden er fatsoenlijk betaald. Maar een overall kun je niet meer in Nederland laten maken. Dan kost hij zeker honderd euro en dat wil niemand er voor betalen.”

Reorganisaties
Na diverse reorganisatie veranderde het bedrijf bovendien van naam. De Liemco werd onderdeel van Uniform Brands Europe. Hier werken op dit moment zo’n dertig mensen. Daarvan is Hunting met afstand het langste in dienst.

“Als de vrouwen vroeger gingen trouwen, stopten ze met werken. De jongeren beginnen tegenwoordig later met werken, dus die halen de vijftig jaar niet meer. Daarbij heb ik ook geluk gehad dat ik alle reorganisaties heb overleefd. Ik heb 25 jaar tegenover mijn maat Gerrit gestaan, ieder aan één kant van de tafel. Hij moest er echter uit en ik mocht blijven. Daar hebben we het beiden heel moeilijk mee gehad. Het is één van de weinige momenten, waar ik met een rotgevoel op terugkijk.”

Hunting was maandag 3 augustus precies vijftig jaar in dienst bij het confectiebedrijf. Dat betekent echter niet dat hij al mag stoppen. “In oktober word ik 65 en daarna moet ik nog tot volgend jaar april doorwerken. Dat vind ik niet erg, maar als ik er met 62 jaar en acht maanden uit had gekund, dan had ik het gedaan. Er zijn nog genoeg andere dingen om van te genieten.”