BEEK – Ze waren beroemd in Beek en verre omstreken. Karel Salenbrink en Herman Limbeek, beter bekend als het duo Herman en Karel, speelden op hun drumstel en harmonica in de jaren zeventig, tachtig en negentig op menig feestje. Voor een liter jenever en een paar borreltjes op het podium, meer hadden ze niet nodig.
“Je haalde ze op en bracht ze na afloop van het feest weer naar huis”, weet Henk ter Voert nog uit de tijd dat hij ponyconcoursen in Didam organiseerde, waar het duo vaak optrad. “Geld vroegen ze nooit. Als je ze een fles Drie Sterren gaf en ze van een natje voorzag tijdens het optreden, was het genoeg. Maar kreeg Karel zijn borreltje niet op tijd, dan deed hij de harmonica dicht en zei hij ‘droog’. Pas als het glas weer vol was, speelde hij verder.”
Net als veel Beeksen heeft Ter Voert mooie herinneringen aan de twee. De voorzitter van de KBO in Beek en Loerbeek was dan ook dolblij toen José Kock (Limbeek) uit Kilder hem onlangs belde met de vraag of hij interesse had in het drumstel van Herman Limbeek. Ze zocht een mooi plekje voor het oude slagwerk van haar oom en dacht daarbij aan de Averhof in Beek, het onderkomen van de KBO.
“Bij ons stond het drumstel de laatste jaren op zolder”, vertelt Kock. “Toen we die onlangs aan het opruimen waren, zeiden we tegen elkaar ‘kunnen we hem geen mooie andere plek geven’. We spraken vervolgens met Jan Meurs, die ons naar de Averhof verwees. Dan is hij weer terug in Beek en gaan de herinneringen weer leven.”
Harmonica
Ter Voert pakte het geschenk met beide handen aan. Tijdens het Oogstfeest morgen (zaterdag) in de Averhof wordt het instrument officieel aan de KBO aangeboden. Daar is ook de harmonica van Karel Salenbrink bij. “Die hoort er bij”, vindt Ter Voert. Dus ging hij na het telefoontje van Kock ook op zoek naar de harmonica van Karel. “Ik sprak op een feestje toevallig de buren van Mientje en Theo Stinissen. Hij vertelde me dat Mientje de dochter is van Karel en de harmonica nog in haar bezit is.”
De geboren Keijenborgse woont sinds haar huwelijk met Theo in Nieuw-Dijk, waar de harmonica van vader sinds zijn dood op het dressoir in de hal staat. Daar keert hij zaterdag na het Oogstfeest ook weer terug. “Ik wil hem niet kwijt”, zegt Stinissen. “Als wij er een keer niet meer zijn, gaat hij naar mijn kleinzoon. Maar ik vind het wel leuk dat hij morgen weer even wordt herenigd met het drumstel van Herman.”
‘t Peeske
Ook zij heeft mooie herinneringen aan de tijd dat de twee nog samen muziek maakten. Ze weet ook nog hoe de twee elkaar ontmoetten. “Na de dood van mijn moeder trouwde vader met Tonia van Gaalen van ’t Peeske in Beek. Mijn vader ging daar ook wonen en verhuurde jaren de waterfietsen bij de vijver van ’t Peeske. Snoek heeft daar nog een liedje over gemaakt, ‘de man met de ijzeren pin’. Herman woonde naast ’t Peeske en was net als vader één en al muziek. Uiteindelijk hebben ze zo’n dertig jaar samen opgetreden.”
Het duo speelde vooral bekende Nederlandse liedjes, waar de mensen een mazurka, polka, veleta of polka op konden dansen. Uit het hoofd, want noten lezen konden ze niet. “En alleen maar instrumentaal”, weet Kock. “Zingen deden ze niet. Af en toe gooiden ze er wel een kreet tussendoor, prachtig. Dan zat Herman met zijn ene been achter het drumstel en schreeuwde hij ineens ‘Iah, ha, ha’.”
Zaterdagmiddag klinken de nummers van Herman en Karel nogmaals tijdens het Oogstfeest in de Averhof. Nadat het drumstel officieel is aangeboden, wordt het instrument samen met de harmonica nog een keer bespeeld door twee muzikanten van nu. Het programma begint om 13 uur en is alleen toegankelijk voor leden van de KBO.
